De paella komt er vandaan. Evenals de sinaasappels en het drankje Horchata: Valencia. De derde grootste stad van Spanje is een culinair spektakel op zich. Zelfs bij de meest simpele barretjes met  witte plastic tafels en stoelen, kun je goed eten verwachten. Ik was er vorig jaar met een vriendin en ontdekte een paar leuke (eet)plekken.

Valencia IMG_1817

Voor ons vertrek naar Valencia*, moesten wij nogal wennen aan het idee pas na tienen ’s avonds te eten. Voor die tijd is er eigenlijk niks te doen bij de restaurants. Sommige gaan zelfs niet voor 9 uur open. Voor je het weet ben je echter in dit ritme gerold en zit je ineens om half 12 ’s avonds met een grote pan paella voor je neus.
In Valencia is op elke hoek van de straat wel een (tapas)bar of cafetaria te vinden. Omdat tapas en paella zo zijn ingeburgerd in de stad, ik de kans op echt slecht eten vrij klein.
* Toen ik vorig jaar deze reis maakte, was ik nog niet zo ingeburgerd in het constant fotograferen van mijn omgeving en vooral mijn eten. De foto’s zijn niet altijd even goed of ontbreken. Sorry!

1. Verugo

Je kunt dit met recht een verstopt restaurantje noemen. Als je niet zou weten dat hier een heerlijk tapasrestaurant zit, zou je het zo voorbij lopen. Het zit midden in een wat aftandse woonwijk met aan de voor- en achterkant van het pand een terras. De voorkant is nog wel gezellig, met rode tafels en stoelen die knus bij elkaar staan. Omdat wij geen reservering hadden gemaakt (wat dus wel aan te raden is) werden we op het achterterras neergezet: Aan een klein tafeltje tegen een muur waar een lekkende airco hing. Iets verderop was een kakkerlak over zijn dode mede-kakkerlak aan het waken en het stof waaide van de auto’s die naast ons geparkeerd stonden. We hebben er nog even aan gedacht om op de vlucht te slaan, maar het beloofde goede eten, de al opengetrokken fles Pinot Grigio en de ontzettend aardige ober (die wat woordjes Nederlands in zijn vocabulaire had) weerhielden ons ervan. En uiteindelijk hebben we genoten, niet alleen van het heerlijke eten, maar ook juist van de wat vreemde ambiance. Ze staan bekend om hun truffeleieren.

2. Gabbana Beach – Passei de Neptú

Wat meteen opvalt als je in dit restaurant aan de boulevard plaatsneemt, zijn de mooie mensen (voornamelijk mannen) in de bediening. Goed gespierd in leuke kleding met een lach die je meteen inpakt. Ondanks dat we geen reservering hadden, konden we meteen aanschuiven aan een tafeltje in de serre. Een live bandje speelde op de achtergrond en de ruimte gaf een gezellige indruk door de verlichting en de vele flessen Martini Royal die er ter decoratie waren neergezet. We kozen deze avond voor een makkelijk recept: Een liter Sangria en een 2-persoonspan paella Valencia. Deze is traditioneel met kip en konijn en zo werd hij hier ook geserveerd. Tijdens het half uur dat we op de paella moesten wachten, kregen we ook nog een heerlijke amuse: een koude tomatensoep met knoflook en olijfolie. Eigenlijk de smaak die je op een klassieke bruschetta proeft, maar dan vloeibaar. De paella was goed gevuld en heerlijk op smaak gebracht. Zorg er wel voor dat je nog voldoende trek hebt als je hier aan begint, anders kun je net als wij misschien niet meer dat lekkere sappige kippenpootje op dat in het midden ligt.

3. Lambrusqueria – Carrer del Comte d’Altea

In de wijk Calle Conde Altea liggen heel veel restaurantjes, maar deze Italiaan hadden we aangeraden gekregen en dus reserveerden we de laatste tafel die ze beschikbaar hadden. Het terras is groot, gezellig en vol, maar wil je daar zitten, dan moet je er op tijd bij zijn. Wij namen in eerste instantie binnen plaats, waar het enigszins aandoet als een knusse woonkamer. Vooraf kregen we brood met olijfolie en een stukje Italiaanse worst, wat ik altijd een verwennerij vind. Ook de gerechten die we daarna aten (salade geitenkaas en peer, pasta met tomaat en olijfolie en fettuccine met room, champignons en truffel) waren heerlijk.

 Lambrusqueria

4. L’Abadia – Placa de la Reina

Bij dit restaurant, dat pal naast de kathedraal ligt, kwamen we terecht toen we voor de eerste keer in het oude centrum (El Carmen) gingen eten. Er was eigenlijk geen plek meer op het terras, maar er werd voor ons gewoon een extra tafel bijgezet. Omdat we nogal in het donker en afgesloten van de rest zaten, mochten we op verzoek verhuizen naar het eerstvolgende tafeltje dat vrij kwam. Daar bestelden we een fles witte wijn die netjes in een koeler werd gezet, en onder meer calamares en Iberico ham. We hebben heerlijk rustig aan gedaan en gingen met een voldaan maar geen overvol gevoel weer naar huis. Vriendelijke en snelle bediening.

5. Mercado Central – Plaza Ciudad de Brujas

Je kunt niet in Valencia zijn en geen bezoek brengen aan Mercado Central in de stad. Een echte traditionele foodmarkt waar onze eethallen nog wel wat van kunnen leren. De heerlijke geuren van ham, fruit en verse broodjes komen je meteen tegemoet. In de hal is ook een plek waar je je net gekochte voedingswaren kunt laten bereiden en meteen op kunt eten. Ga bij voorkeur in de ochtend, dan is alles nog aanwezig. De markt sluit om 15u.

Mercado Central Valencia

Food Mercado Central Valencia Zucchini Mercado Central Valencia

Overige Valencia-tips:
– Huur een fiets en ga in elk geval naar de Turia Tuinen. Dit is een park van 9 kilometer lang (een drooggelegde rivier) waar je op je gemak kunt fietsen, picknicken of gewoon rondkijken. Ter hoogte van het oude centrum vind je er mooie historische beelden en je komt ook langs het bekende Ciudad de las Artes y de las Ciencias, Stad van Kunst.
– Veel musea zijn op maandag gesloten. Winkels zijn dicht tussen 14e en 17u.
– Niet iedereen in Valencia spreekt even goed Engels, leer wat woordjes of neem je vertaal app mee!
– Wil je het drukke, toeristische strand van Valencia ontvluchten, pak dan de bus richting het strand nabij natuurpark Albufera. Tijdens de busrit vraag je je misschien af waar je in hemelsnaam terecht gaat komen, maar dat komt goed!